Onlangs had ik een nieuwe cliënte aan de telefoon. Een dame met al een hele weg achter de rug als het aankomt op haar kinderwens. Een pad met veel ups en downs. Een pad van moed, hoop, verdriet, boosheid en liefde. Van (zelf)afwijzing en acceptatie. Van hardheid en doorbijten naar zachtheid en voelen wat er nodig is.

Een pad dat velen van ons afgelegd hebben of er middenin zitten en dus erg herkenbaar, ongeacht de fase waarin je zit op dit moment.

We raken aan de praat over haar terugplaatsingen en de verschillen die ze daarin heeft gevoeld. “Ik had het idee dat ik kon voelen wanneer het mis ging” hoor ik haar zeggen. “Alsof ik ineens leeg was van binnen nog voordat er uiterlijke signalen waren. Is dat gek wat ik nu zeg?”, vraagt ze weifelend.

In een fractie van een seconde neemt het tijdsframe mij mee terug naar jaren geleden toen ik zelf nog middenin de vruchtbaarheidstrajecten zat met mijn partner.

Pas bij de 2e transfer realiseerde ik mij namelijk dat de 1e zo anders was. Het leek wel alsof ik kon voelen dat er iemand anders bij mij was bij die 2e transfer. Ik voelde mij letterlijk niet meer alleen. Dát gevoel kende ik niet van de 1e transfer…

Het is enkele dagen na de transfer. De exacte dag kan ik mij niet meer zo goed herinneren. Op het moment dat ik mij realiseer dat ik mij zo voel, weet ik “Er zit een Zieltje in mij!

Ik vond het spannend. Want tja, nu voel ik dat Zieltje wel, maar wat nu dan??
Moet ik er tegen praten? Hoef ik het alleen maar te koesteren? Wil het dat ik iets bijzonders doe?
Kan ik überhaupt iets doen om te zorgen dat het nu blijft zitten? Dat het comfortabel genoeg is om te blijven?

Ik probeer in te voelen. Mijzelf te verbinden met dit Zieltje.
Aangezien ik niet helemaal helder krijg wat ik nu moet doen, besluit ik maar gewoon om te ZIJN.
Niets bijzonders te doen – ik praat er in gedachten wat tegen. Nodig het uit om te blijven en vertel haar hoe welkom ze is…

HAAR???

Euhm…. Ja….. HAAR!!
Ineens voel ik dat het een meisje is. Een meisje!
Ik ben een beetje in shock.
Zo voel ik voor het eerst dat ik niet alleen ben en zo weet ik ineens dat dit Zieltje een Meisje is.

Ik voel mij kwetsbaar en tegelijkertijd een beetje euforisch ofzo. Ik wil het koesteren. Ik weet dat ik iets bij mij draag dat heel fragiel is en ook zeer vluchtig. Maar het is zó kostbaar!

De dagen daarna blijf ik tegen haar praten alsof ze er in de fysieke wereld al IS.
Gemanifesteerd.
Voor mij is zij waarheid. Ik kan haar aanwezigheid voelen.
Een bijzonder aandachtig meisje wat graag hier bij mij en mijn partner wil zijn.
Ik kan haar alleen nog niet zien of aanraken.

Zo verstrijken de dagen van de wachtweken. Iedere dag voel ik een soort van vlinders in mijn buik. Ik weet iets en alleen IK weet het. Zelfs mijn partner niet.
Het voelt als té kwetsbaar om erover te vertellen. Zelfs niet aan hem. Want misschien heb ik het wel mis en verheugt hij zich dan straks teveel…. Ofzo….

Weet je… eigenlijk heb ik geen idee waarom ik het hem niet heb verteld. Ik denk dat ik op dat moment gewoon nog teveel twijfelde aan mijn eigen intuïtie. Mijn eigen vermogen om te WETEN.

Het is stil

Het is de ochtend van dag 11.
Ik word wakker en voel mij leeg. Alleen.
Een beetje in paniek probeer ik contact te zoeken. Ik tast alle hoeken van mijn Zijn af.
Niet dat ze ooit iets zei of dat ik haar ‘hoorde’, maar ik wist gewoon dat ze er was.

Nu blijft het stil.
Mijn meisje is weg.

De dag daarna begint er zich bruine afscheiding af te tekenen.
Ik voel mij verloren. Intens alleen en eenzaam. Alsof ik afgescheiden ben van de levensbron.
Een periode van rouw is aangebroken.

Zal het dezelfde zijn?

Maanden later gaan we vol goede moed onze laatste poging in.
Dit keer wordt er een Blastocyste geplaatst – oftewel een 5-dagen oud embryo.

Ik ben nieuwsgierig. Zal ik haar weer voelen? Kan dat, tweemaal hetzelfde Zieltje?
Of zal het nu misschien een ander Zieltje zijn? Als er natuurlijk al een zieltje is…

Het is de dag na de transfer en ook nu voel ik het weer. Aanwezigheid van een Zieltje.
Dit keer een totaal andere energie. Springeriger, meer ‘doenerig’ of zo.
Een energie die ik herken van verhalen en foto’s. Een energie die lijkt op mijn partner in zijn jonge kinderjaren.
Dit… dit is onomstotelijk een Jongen!

Ook hier heb ik gekoesterd en gepraat. Het lief gehad.

Ik zie mezelf nog staan in de keuken en ik ben aan het koken.
And suddenly it hits me…
Alsof hij met zijn vluchtige energie, zoals alleen een klein kindje dat kan, zei “Nou, Doei!”
En weg is hij!

De volgende dag is het dag 14. Testdag. Tegen beter weten in testen we toch nog.
Het is namelijk bijna kerst en hoe mooi zou het zijn geweest…

Nee, dat is niet gek.” zeg ik tegen de lieve vrouw aan de andere kant van de lijn en deel met haar mijn verhaal.

eigen embryo